Historie van de meeteenheden (SI Stelsel)

Het systeem van de internationale meeteenheden:

Ieder land kende vroeger zijn eigen meeteenheden. Soms werden zelfs in verschillende steden van een land afwijkende maten gebruikt. De Amsterdamse duim bijvoorbeeld was 2,57 cm en de Nijmeegse duim was 2,7 cm. Het Gentse pond was 430 gram, het Gorinchems pond was 466 gram en het Amsterdamse pond woog 494,09 gram. Door de loop van de eeuwen heen ontstond er een behoefte aan uniformiteit van de maten. Meten is het vergelijken van een maat die men wil bepalen met die maat, die bekend is. De “bekende” maat wordt ook referentiewaarde of standaard genoemd.

De meter van Parijs:

Na de Franse revolutie, in de Napoleontische tijd, werd in het jaar 1799 de lengte van een meter officieel vastgelegd. De afmeting werd berekend uitgaande van de omvang van de aarde (een meter kwam overeen met een 40-miljoenste deel [of te wel een kwart van het 10-miljoenste deel] van de aardomvang). Later constateerde men dat de metingen die ten grondslag aan deze definitie lagen niet exact waren, maar men hield toch aan deze maat van de meter vast. Het model van de “oermeter” – in het Frans mètre des archives “archiefmeter” genoemd- werd in platina gegoten en wordt vandaag de dag in een kluis van het (BIPM) het Bureau international des poids et mesures (Internationaal bureau voor gewichten en maten’) in Sèvres bei Parijs bewaard.

Het SI-Stelsel:

Het SI-stelsel is sinds 1960 in Nederland en in de Europese Unie de wettelijke standaard. SI is de afkorting van: System internationale d’Unites (=Het Internationale Systeem van de eenheden). Tot het SI-stelsel behoren zeven basisgrootheden, die als referentiewaarde zijn vastgelegd.

SI-basiseenheden:

Meter voor de lengte (symbool m)
Kilogram: voor het gewicht (symbool kg)
Seconde: voor de tijd (symbool s)
Ampère: voor de elektrische stroom (symbool A)
Kelvin: voor de temperatuur (symbool K)
Mol: voor de hoeveelheid stof (symbool mol)
Candela: voor de lichtsterkte (symbool cd)

Overigens zijn zes van de zeven basiseenheden op natuurkundige constanten gedefinieerd.

si-stelsel

De kilogram van Parijs:

De kilogram is de enige standaardeenheid, waarvoor geen definitie bestaat. Wetenschappers buigen zich al een aantal jaren erover om de kilogram nieuw te definiëren. De eenheid kilogram werd 1889 door leden van de 1e Generale Vergadering over gewichten en maten (CGPM), gebaseerd op het gewicht van 1 kubieke decimeter water van 0 graden Celsius, vastgelegd. Er is vervolgens een hoeveelheid materiaal, te weten een legering van platina (90%) en iridium(10%) tot een metalen cilinder (ook wel “de klomp” genoemd) gegoten, die in het gebouw van de BIPM onder drie glazen deksels wordt bewaard. Het bezwaar tegen dit referentieobject is, dat als er een paar atomen van de cilinder verdwijnen of indien er stof o.i.d. bij komt het referentiegewicht niet meer klopt, omdat het zwaarder of lichter geworden is. Er zijn bijzondere procedures voor het schoonmaken, maar het beheer van de referentie-kilogram blijft een hekel punt. De massa van het universele ijkkilogram in Parijs is overigens sinds 1990 met vijftig microgram gedaald.

Men dient zich te realiseren, dat via omwegen alle weegschalen van de wereld op dit referentiekilogram zijn gekalibreerd.